vrijdag 1 mei 2015

Flarden (5)

Eerst vorige deel lezen?

Het huis ruikt naar de steunbetuigingen die in de vorm van een bos bloemen soms per twee worden bezorgd. Het is hartverwarmend hoeveel mensen er met ons meeleven in deze voor ons zulke bange dagen: kaarten met hartverwarmende teksten die ons dikwijls tot tranen roeren. Berichtjes op de telefoon. Familie, collega’s, vrienden en kennissen die minder vaag lijken te worden.

We rollen zonder het bijpassende gevoel het weekend in en zaterdag rond het einde van de ochtend staan onaangekondigd Monique’s broer met vrouw en dochters op de stoep. Die middag wordt er gedronken en gelachen. Hun komst blijkt onze zaterdag te redden.
Wanneer ik de zondag er na wakker wordt voelt mijn kussen vochtig en langzaam, alsof er door de mist iets op je afkomt, realiseer ik me dat ik over haar begrafenis droomde. Ik trek de dekens over me heen en heb het gevoel dat ik langzaam gek wordt.

Die dag wil ze de stad in; kleren kopen voor de jongens vanwege het naderende voorjaar.
“Zou je dat nu wel doen?” probeer ik nog, maar ze wuift me weg: “Nu kan het nog. We weten niet wat ons nog te wachten staat,” vindt ze en ik kan niet anders dan haar gelijk geven.
Ze vertrekt met mam en de jongens; ik blijf thuis omdat er nog zoveel werk te doen is. Uiteindelijk is de hond die middag toch zeker een keer of zes uit geweest.

Maandagmorgen. We gaan van de nucleaire geneeskunde, waar ze de botscan maken, naar de röntgen voor een foto van de longen en een scan van de lever. De klok tikt tergend traag de tijd weg, maar het gaat me niet langzaam genoeg. Het liefst zou ik de tijd nu stil zetten.  Zwijgend wandelen we van de ene onderzoeksruimte naar de andere. Kleren uit, kleren aan. Een bemoedigende glimlach als ze de deur opent en me ziet zitten. Een knipoog. Een kus.
“Gaat het?”
“Hm hm.”
“Stoere.”
“Als deze uitslagen niet goed zijn wil ik morgen niet geopereerd worden.” Ze klinkt vastberaden.
“Dat snap ik. Waarom zou je je die ellende dan nog op de hals halen? We weten dat we daar geen tijd mee kopen, mocht het niet goed zijn.”
“Dus dan bellen we het gewoon af morgen?”
“Tja … ja, lijkt me wel. Uiteindelijk bepaal jij wat er gebeurt.”
“Wij,” verbetert ze me. “Wij.”

Om twee uur die middag verlaten we het ziekenhuis en kan het wachten beginnen. We beseffen ons meer dan ooit dat we binnen nu en een paar uur duidelijkheid krijgen over hoe ons leven er uit gaat zien. Wellicht duidelijkheid over hoe lang ‘ons’ überhaupt nog duurt.
Het telefoontje komt eerder, veel eerder dan verwacht.
“Is Ieko ook thuis?” is het eerste wat Marjan vraagt.
Monique kijkt me aan. Angstig.
“Ja.”
“Ik heb nu eindelijk eens goed nieuws,” en van de ene seconde op de andere is de voor morgen geplande operatie, die vorige week nog zo’n klap in ons gezicht was, nu zo enorm welkom.


Deel 6


4 opmerkingen:

  1. Bizar hè Ieko hoe glashelder sommige herinneringen opgeslagen worden. Je hoeft je ogen niet eens te sluiten om elke geur, emotie en gezichtsuitdrukking terug te halen. Zelfs jaren later zijn die herinneringen nog net zo scherp. Jullie verhaal wekt de mijne moeiteloos op. Xxx

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Wat kan wachten dan ontzettend lang duren ...

    BeantwoordenVerwijderen

Totaal aantal pageviews